Appeltje-eitje

Het gebouw staat er nog, maar de bank is eruit verdwenen. Vergezeld van een beetje schaamte kwam de herinnering boven. Ik zag mijzelf terug aan het bureau van de directeur. Al bij de ontvangst voor de liftdeur keek zij mij enigszins verstoord aan. Natuurlijk met een beleefde glimlach, maar helemaal gerust was ik er niet op toen ik samen met haar de lift instapte.

Als je al voelt dat je bezoek beleefd wordt getolereerd – want ja, dé wethouder -, maar de interesse ontbreekt, dan komt het ook niet meer goed. Op het kantoor volgde een minzame aanmoediging om mijn doel van het bezoek duidelijk te maken. Dus ik nam een hap lucht in een poging mijn zelfvertrouwen op te rakelen en raffelde mijn verzoek om financieel en inhoudelijk bij te dragen aan een project af. Het werd niet gehonoreerd.

Terwijl het zo’n goed project was. Dat zo goed zou passen bij de uitstraling van de bank. Terwijl ik de directeur enkele keren ontmoet had. Zij leek zo aardig en betrokken. Ik dacht wel even snel zaken met haar te kunnen doen. Sterker nog: ik rekende erop en had al ingecalculeerd dat deze bijdrage ‘binnen’ was. Appeltje-eitje. Dus niet. Wat een deceptie. Wat dom.

Ik leerde die dag dat goed lobby’en niet zo werkt.

Natuurlijk heb ik eerst de mevrouw van de bank beschuldigd dat ze mij zo uit de hoogte behandelde. Ik was beledigd en verontwaardigd. Later bedacht ik dat ze misschien een slechte dag had, of zelf onzeker omdat ze nog maar net gepromoveerd was. Ook niet erg aardig.

Pas heel veel later kwam het inzicht dat er een relatie nodig is om vertrouwen te wekken. Dat mensen tijd nodig hebben om informatie over een project tot zich te nemen, zodat ze zich een oordeel kunnen vormen. Dat een bankdirecteur niet alleen kan besluiten, maar mijn plan moet passen in dat van de bank. Dat een functietitel je misschien toegang geeft, maar nog geen macht. En al helemaal geen vertrouwen. Dat moet je verdienen.

Wat een inzicht.

In de politieke arena ziet ik nog vaak gebeuren dat mensen boos en beledigd zijn als hun motie niet is aangenomen. Of hun initiatiefvoorstel wordt weggestemd. Terwijl ze zulke goede argumenten hadden. Terwijl ze zo leuk konden borrelen met collega raadsleden. Terwijl het onderwerp zo belangrijk is voor de gemeente…. Afijn, terwijl het leek of alle seinen op groen stonden. Appeltje-eitje.

Dus niet. Zelfde denkfout: de ander zal wel zal begrijpen wat je bedoelt. De ander zal het je wel gunnen. In je hoofd misschien, maar niet in de werkelijkheid. De werkelijkheid is dat een ander pas begrijpt wat je bedoelt als hij of zij het zich eigen heeft gemaakt. Als hij of zij kan bevatten wat dat betekent voor het eigen plan.

Dat betekent dat je vaak over iets moet praten en dat je je verdiept in het programma van de ander. Dat je de relatie opbouwt. Dat je checkt of de ander de boodschap heeft begrepen. Er iets aan toe te voegen heeft, of een voorwaarde stelt. Dat er een gesprek ontstaat en het iets gemeenschappelijks wordt. Het gunnen volgt pas veel later.

De schaamte ben ik wel voorbij, maar de les die ik trok vergeet ik niet meer. Het heeft mij geholpen betere resultaten te boeken. Dat gun ik jou ook.