Ik werd met mijn neus op de feiten gedrukt.

Ik werd met mijn neus op de feiten gedrukt. Zoveel jaar politiek had mij –dacht ik- gehard. Ik dacht dat het me niets meer deed, dat gedrag van mensen die, zodra ze jou zien als een gek beginnen te fulmineren over de politiek of een eigen ervaring met het gemeentelijk apparaat delen. Alsof je op een knop drukt op het moment dat ze zich realiseren dat ze een politicus voor hun neus hebben staan. Ik dacht dat ik me daar tegen gewapend had, totdat iemand doorvroeg naar wat dat voor mij betekende en ik in huilen uitbarstte.

In mijn politieke loopbaan voor een partij met veel dieptepunten, en soms een hoogtepunt, heb ik voortdurend meegemaakt dat ik alle shit en frustratie over me heen kreeg. Waar ik ook was: in winkels, op feestjes en partijen, op recepties, in sportkantines. Je moet de boer op in dit vak, je bent afhankelijk van je netwerk voor de stemkeuze van de mensen. Je wilt je luisterend opstellen naar de mensen en horen wat hen beweegt. Dat is de reden waarom je jezelf ook kenbaar maakt als politicus, tenminste in de tijd dat men je nog niet kent. Daarna hoeft dat niet meer. Je wordt herkend. Gesprekken volgen hetzelfde patroon: Oh, wat leuk dat je dat doet. Of interessant. Of boeiend. En vervolgens ontstaat DE mening over DE politiek. Of over DE partij. Over de politieke spelletjes, over dat het niks voor mij zou zijn. Ik begrijp het wel, ik begrijp het allemaal. Het doet pijn als er zo respectloos over je vak gesproken wordt, terwijl je zo je best doet om te luisteren en daardoor goede en integere besluiten wilt nemen. Terwijl je daarvoor kiest vanuit je idealisme, de wereld wilt verbeteren, en niemand die het ziet.

De uitwassen krijgen het podium: de corrupten, de luiaards, de verliezers, de niet-integeren, de plucheplakker, de zelfverrijkers. De mensen praten alleen met je over die vuile kant van de politiek. Hoe moeilijk is het om dat dan niet op jezelf te betrekken, niet in de verdediging te schieten.

Eenzelfde ervaring hebben zorgverleners, leraren, en andere dienende beroepen waarin het management het compleet verkeerd aanpakt. Je wordt er op aangesproken, terwijl jij gewoon je werk probeert te doen. Je bent het ook niet eens met diegenen die er ene potje van maken.

Mij raakt het dus wel. Dat heb ik nu gemerkt. En het sterkt mij in mijn missie en gedrevenheid om anderen te helpen politicus én mens te zijn. Dat je best mag laten voelen dat het pijn doet als anderen jouw vak en jouw bedoelingen zwart maken. Maar dat je werk er mag zijn, dat jij er mag zijn en dat de politieke arena open moet blijven staan voor wereldverbeteraars. Want daar wordt de wereld wél beter van.